Helaas gaat de wedstrijd verloren, maar het plezier dat je kunt halen uit het met elkaar met jeugdvoetbal bezig te zijn, is onbetaalbaar. Ik vraag mij dan ook geregeld af hoe het komt dat er bij zo’n sport te weinig vrijwilligers kunnen zijn. Als je dit niet leuk vindt, bijvoorbeeld vanwege het veelgebruikte argument ‘druk, druk, druk’, dan heb je volgens mij een serieus probleem en stel je de verkeerde prioriteiten. Maar goed, dat is natuurlijk een andere discussie dan waarvoor ik door Matti benaderd ben: een stukje schrijven over mijn debuut op de halve marathon.
Want over leuk en uitdagend gesproken: vandaag loop ik voor het eerst in mijn leven een halve marathon. Ook nog eens in eigen omgeving en onder schitterende weersomstandigheden. Ik voel mij bij de start dan ook top. Wedstrijdspanning is mij vandaag totaal vreemd en dat is heerlijk. Ik voel kracht in mijn benen, ondanks – of moet ik zeggen juist dóór - de door mijn broer Frans verfoeide lange sportkousen. ‘Dat jij voor lul wilt lopen, moet je zelf weten, maar je ziet er natuurlijk niet uit’. Voetbalhumor bij het hardlopen, zullen we maar denken. Altijd goed voor het zelfvertrouwen.
Ik begin rustig aan mijn vuurdoop. Wat mij betreft zelfs iets té rustig. Ik schrik me rot van mijn doorkomsttijd na één kilometer: 6:18. Dat kan nog wat worden als ik uit wil komen op 1.45 of een tijd in die buurt. Dan moet je 5 minuten blank lopen! En ik had niet eens het idee dat ik voor mijn doen erg langzaam liep! Haas Mari, die had gezegd mij vandaag te begeleiden, was ik overigens na
Daarna gaat het langzaam steeds iets sneller, tot ik bij de trambrug in een groepje beland dat rond de vijf minuten per kilometer loopt. Een mooi tempo, waar ik mij prettig bij voel. Op de brug bij Jansen staan de eerste bekenden te wachten. Frans, uiteraard nog herstellend van zijn operatie, roept dat ik nu wel eens keertje kan gaan versnellen. Ik heb allang besloten helemaal mijn eigen race te lopen en ben niet van plan mij op te laten naaien. Door niets en niemand niet. ‘Hallo, dit is toch een héle marathon?’ roep ik lachend terug.
Het groepje waarin ik mij bevind, blijft bij elkaar tot de drinkpost bij Museum De Schilpen. Daar raak ik mijn ietwat treuzelende collega’s kwijt. Ik voel mij nog altijd kiplekker, veel beter dan de paar wedstrijden die ik tot dusver heb gelopen. Kwam ik dan na
Langs de Trekvliet wind mee naar de Duifpolder. Dat betekent een temperatuurverschil van ik schat wel zo’n 6 graden met de kilometers daarvoor. Ineens zweten dus, heerlijk. Ter hoogte van het tienkilometerpunt passeren we de tijdsklok, die wordt bemand door de charmante maar koukleumende dames Vera Emmerig en Marja van Trigt. Ik passeer op ruim 50 minuten. Een uitstekende uitgangspositie voor de 1.45, die ik voorzichtig heb uitgesproken tegen Siem. Inderdaad: de Siem die van zelfs een startnummer ophalen een competitie maakt en mij regelmatig influistert dat ik véél en véél sneller kan. Ja, ja …
Net voor de bocht naar links bij Van Nierop in de Duifpolder, klamp ik samen met nog twee lopers aan bij de moederziel alleen lopende Jan Vermeer. De ervaren Jan is uiteraard verstandig en sluit, met het oog op de felle tegenwind straks op de Kapteinlaan, aan bij het gezelschap.
De Kapteinlaan blijkt met afstand het zwaarste gedeelte van de ruim
Inmiddels zitten we op zo’n
Ik passeer de bordjes 17, 18,
Een paar minuten later passeer ik de finish. 1.43 en nog een paar seconden. Een prachtige debuuttijd wat mij betreft. Niet veel later komt Angeli mij feliciteren. Die felicitaties zijn welgemeend en wederzijds, zeker als ik hoor dat ze zelf nota bene de wedstrijd gewonnen heeft! Een topprestatie van formaat natuurlijk. Ook vriendin Wilma meldt zich en ook wij feliciteren elkaar. Ze heeft samen met moeder en dochter Van der Burgh de
Waar ik met terugwerkende kracht zeker ook trots op ben, is op mijn broer Frans. Nu ik zelf een keer de halve marathon heb gelopen, weet ik hoe hard je moet gaan om uit te komen op een pr van zo’n 1.25 uur. Dat is voor mij voorlopig nog niet weggelegd, áls het er ooit al van gaat komen. Wat ik eerlijk gezegd niet verwacht; sorry Siem. Helaas is Frans voorlopig nog wel even uitgelopen, zoals iedereen weet. Wat zal hij het lopen en het sfeertje eromheen missen. Want lopen bij Thof is net als het eten van chocola: als je er eenmaal een beetje van hebt geproefd…
Gelukkig gaat de blessure van Frans niet ten koste van zijn betrokkenheid bij Thof en de lopers, zo bleek afgelopen zaterdag wel. Tijdens de wedstrijd en na afloop in Sporthal De Hofstede was hij weer eens ouderwets van de partij. Lekker met een biertje binnen handbereik napraten over de geleverde prestaties. Helemaal top natuurlijk, want dat het ook heel anders had kunnen lopen (toevallige woordspeling), weten we allemaal. Mijn eerste halve marathon draag ik daarom op aan jou, Frans. Wie weet lopen we hem ooit nog een keer samen!
Fred
P.S. Organisatie en vrijwilligers allemaal bedankt voor de prima organisatie.